Blog 4 feb. 2005

Vorige blog

Dag schatten!

Ik hoop dat jullie dit tweede reisverslag leuk vinden. Zo niet, en jullie hebben het uitgeprint, dan denk ik aan Sint Vincentus (voor sommigen een begrip, voor anderen een raadsel, vrees ik)

AAN SINT-VINCENTUS (Gerard Reve)

Al mijn werk wordt oud papier,
doch dit hindert mij geen zier:
zo het strekt, door uw erbarmen,
tot een hulp in nood der armen.

Zo alleen reizend kom je natuurlijk in een hoop openbare toiletten. Op een gegeven moment begon het me op te vallen dat aan de binnenkant van de deur telkens contactadvertenties stonden. “M/M, Only Fit Guys” met een mobiel nummer, dat soort dingen. Is me in Nederland nooit opgevallen. Ik begon me daardoor af te vragen of aan de binnenkant van de vrouwentoiletten ook zulke annonces zouden staan (tsja, wat zegt dat over mij….). Heb dus maar een aantal vrouwentoiletten geïnspecteerd (het is geen toeristenseizoen en erg rustig, dus dat kon ik onopvallend doen). Mooi niet! Alleen posters over Wat te doen bij huiselijk geweld.

Openbare toiletten zijn hier genoeg. En vaak mag je op de parkeerplaats ernaast ook overnachten. Maar openbare douches zijn er niet veel, ik heb alleen een keer een stranddouche gevonden. Met deze warmte is dat natuurlijk niet zo fris. Ik reis dan wel alleen, maar ik kom natuurlijk ook wel eens in een winkel, en dan is het toch gênant als ze je eerder ruiken dan zien. Na een paar dagen improviseren met een waterfles die ik boven mijn hoofd leeg liet lopen heb ik daarom toch maar een paar keer op een camping overnacht.

Ik heb nu in anderhalve week zo’n 10 CD’s gekocht. The Gipsy Kings, Lovin’ Spoonful, Roy Orbison, oude lullen muziek zeg maar. Als ik zo doorga moet ik straks nog 80 CD’s mee het vliegtuig in nemen. 1 CD was afkomstig uit Oud-Beijerland zag ik later. Dat gaf me toch een warm gevoel.

De auto doet het naar verwachting. Dat wil zeggen dat er wel een en ander aan bleek te mankeren. Bij de eerste grote trip begon hij al steeds onregelmatiger te lopen. Zal de warmte wel zijn dacht ik, gewoon doorrijden.
De temperatuurmeter kwam ook niet in het rood. Na een tijdje begonnen sommige Australiërs me meewarig na te kijken. Dat had me toch aan het denken moeten zetten. Maar ja, ik reed door een prachtige omgeving, een Nationaal Park, zo erg kan het niet zijn dacht ik, tot het begon te stinken…..

Toen ik stopte langs de kant van de weg kwam er al witte rook onder de motorkap vandaan. Een slang van de koeling was losgegaan en het meeste koelvloeistof was in rook opgegaan. Ik wist even niks beters te doen dan maar een half uurtje te gaan wandelen, zodat ikzelf en de motor konden afkoelen.

Gelukkig had ik 60 liter water bij me. Ik had water-jerrycans gekocht, voor in de woestijn, en had me eigenlijk een beetje een uitslover gevoeld toen ik die in een badplaats stond te vullen, 1500 km van de woestijn midden in de bewoonde wereld.

Na mijn eigen dorst en de dorst van de motor te hebben gelest liep de motor na een uurtje weer. Helaas nog wel onregelmatig. Ik kon wel naar het dichtstbijzijnde dorp rijden. Toch maar eens goed onder de motorkap gekeken Wat bleek: 2 ontstekingskabels waren losgetrild, daardoor liep de motor onregelmatig en werd hij te heet. Ook het koelsysteem zat niet lekker in elkaar, daardoor was veel meer vloeistof door het koken verdwenen dan nodig.

Ik kon alles gelukkig ter plekke zelf oplossen, zonder hulp te hoeven zoeken. Had ik niet eerder moeten ingrijpen? Vast wel, maar het gaf me wel het geruste gevoel dat ik bij eventuele problemen midden in de woestijn ook wel een oplossing zou kunnen vinden.

De auto zuipt ook (vind ik), 1 op 7. Een normaal verbruik voor zo’n auto (vindt de dealer). Gelukkig is de benzine hier goedkoop (1,10 dollar, zo’n 1 gulden 50).

Het water laat ik er maar in zitten. De Aussies hebben me bezworen dat het hier nooit echt vriest, ook niet in de woestijn. Ze zeggen dan wel: “The desert? Its fuckin’ freezin’ out there at night!”, maar dan blijken ze te bedoelen dat het onder de plus 5 graden wordt.

Ik heb ondertussen 1500 km gereden, en ben nu in het plaatsje Esperance aan de zuidkust aangeland, een klein stadje met daaromheen vrijwel niks (volgens Europese normen), of met daaromheen veel boerderijen, huizen en fabrieken (volgens Australische normen). Alleen smalle wegen met 1 rijstrook voor elke richting, en regelmatig komen roadtrains je tegemoet. Mijn mobieltje kan ik onderweg gerust uitzetten, alleen in de grotere stadjes is er ontvangst, in de stadjes onderweg meestal niet. Hoe doen die mensen dat, zonder sms?

De meeste toeristen komen hier om op het strand te zitten of te duiken, de meeste Australiërs komen om te vissen. Verschillende campings waar ik was waren speciaal ingericht voor sportvissers. Tenminste: de mannen vissen, ik zie weinig vrouwen, ik vermoed dat die thuis in berusting afwachten waar de jager mee thuiskomt.

Ik heb ondertussen 1 keer mijn kleren gewassen in de campingwasserette. Dat is vrouwenwerk, aan de blaadjes te zien die er liggen. Brad Pitt, Justin Timberlake en How to keep your Toy-Boy happy. Tsja, als je man ook telkens weg is….

Dat doet me denken aan Greg. Hij staat met zijn camper naast me op de camping. Hij is ongeveer 45, heeft 27 jaar gewerkt als stucadoor, op het hoogtepunt met 16 man personeel, is miljonair en 2 jaar geleden met pensioen gegaan. Hij doet het rustig aan en reist in 5 jaar Australië rond. Hij was een maand geleden waar ik gisteren was. Toen hij mij aan mijn auto zag prutsen kwam hij eerst zeep aanbieden (dat was ook wel nodig), daarna mocht ik zijn gereedschap gebruiken en kreeg ik een biertje aangeboden. Eenmaal in zijn camper had hij nog een halve warme maaltijd staan, die mocht ik ook opeten (lamsvlees, paprika, ei, toast, erg lekker). Gezien de roze kleedjes in de camper begon ik aan een versierpoging te denken. Ik vroeg maar eens of hij een vrouw had. Hij vertelde dat hij na 3 keer 3 verschillende vriendinnen in zijn eigen huis met een andere vent in bed te hebben aangetroffen, was afgestapt van vaste relaties. Tsja, als je vent ook altijd aan het werk is……

Wat me dan weer op het volgende prachtgedicht van Gerard Reve brengt (vin ik gewoon een mooi gedicht).


LIEFDE

Eindelijk heeft Joseph het bij mij gedaan:
ik weet nu dat ik een man heb.
Op straat trippel ik trots naast hem mede, stil naar hem opziend.
Ik ga gebloemde bloesjes dragen.


Morgen ga ik naar Kalgoorlie, de mijnstad met de opalen. Ik merk dat als ik eenmaal ergens 2 nachten geslapen heb en een beetje de weg weet het een beetje vervelend vindt om alweer afscheid te nemen. Misschien moet ik het toch iets rustiger aan gaan doen. Of zou ik gewoon toe zijn aan meer stabiliteit in mijn leven……?

Volgende blog