Hallo allemaal in het koude Nederland,
Deze keer een beetje een eenzijdig reisverslag, met veel beschrijvingen van vrouwen (en mannen natuurlijk), en bespiegelingen over sex. Tsja, dat krijg je als je in een stad verzeilt raakt met veel jonge alleenstaande mannen waar weinig anders te beleven is dan naar de pub gaan.
Ik voel me wel een beetje oud hier.
LATE DEVOTIE (Gerard Reve):
Nu ben ik zelf de vlezige man
die ik, toen ranke jongeling,
in zwembad en op stranden haatte.
Wat rest mij nog, dan te knielen voor U?
Vier dagen geleden kwam ik aan in Kalgoorlie. Vanavond neem ik de trein door de Nullarbour woestijn naar Adelaide. Over een week kom ik met de trein terug om mijn auto op te halen.
Het is hier nog steeds tussen de 35 en de 40 graden, en nu erg vochtig. Na een wandeling van drie kwartier door de stad ben je doorweekt van het zweet en moet je een uur uitpuffen en twee liter water drinken. Door het klimaat is er veel ongedierte. Eergisteren moest ik een kakkerlak uit de wasmachine vissen voor ik mijn was kon doen.
Toen ik alleen reisde, in mijn auto, voelde ik me goed. In Kalgoorlie, in een backpackers-hostel met veel aardige mensen voelde ik me opeens eenzaam. De meeste gasten in het hostel zijn mannen, mijnwerkers. Er zijn in het hostel een paar vrouwen. Sommigen werken in de paar pubs hier, een paar anderen werken in de mijnen, dagelijks komen ze binnen in stoffig werkgoed met veiligheidshelm en werkschoenen. Nadat ze zich omgekleed hebben zou je, als je niet beter weet, gokken dat ze op kantoor werken.De omgangsvormen zijn ruw maar gemoedelijk. Jongen tegen meisje “Ben je al naakt?”, “Jazeker”, enz.
De mannen hebben vergelijkbare ervaringen als ik. Alleen rondreizen, gedoe met scheidingen (ik kreeg net een mail van mijn advocaat), enz. De mannen zijn erg aardig. In het hostel ontmoette ik ook Ivan, een Italiaan. Het is mooi dat je altijd de juiste mensen op het juiste moment tegenkomt.
Ivan is een ladykiller, een leuke jongen (hij is 34). Vrijdag ging ik met hem stappen. “Om half twee heb ik een afspraak in het park, met een prachtige vrouw, hier uit Kalgoorlie” “Dat heb je snel gedaan, hoe lang ben je hier?” “Twee dagen, maar haar had ik al na een uur ontmoet”. Op zaterdagochtend vroeg ik hem hoe het geweest was, maar hij wou er niet veel over zeggen, gelijk heeft ie. Hij stond wel te glimmen en vertelde dat de zonsopgang om 5 uur erg mooi was. Hij vertelde ook dat hij tegen enen in de pub ook nog een andere leuke vrouw ontmoet had. Ik had hem ook al gemist….
Hij zei “Ik wil gewoon een leuke avond hebben, communiceren met mensen. Als ik met een vrouw praat wil ik gewoon plezier hebben op dat moment” en “ik schrijf verhalen, alleen voor mijn eigen plezier. Is goed voor de adrenaline, voel ik me goed.” Wijze woorden. Alsof ik mezelf hoorde, een half jaar geleden. Prettig dat iemand je verteld wat je wel weet maar even bent vergeten. Leef bij het moment, maak plezier, doe de dingen die je leuk vindt.
Zaterdag ben ik naar het park gegaan, heb een stapel boombast en een paar takken bij elkaar gezocht en ben een beeld gaan maken. Eerst was het een abstract iets, toen werd het een soort reptiel (als je veel fantasie gebruikte). Daar ontbrak nog iets aan, dat werd tweede beeld, een soort vogel, en die twee bleken samen te vechten om iets wat tussen hen in lag.
Er stond een briesje, de beelden wiegden langzaam in de wind, een mooi gezicht. Het voelde als poepen (of een orgasme): Een drang, iets wat moest, en daarna opluchting, ontspanning. Ik ging maar even een potje zitten janken, dat luchtte op.
Ik sta altijd met verwondering te kijken naar wat ik gemaakt heb. Ik zie het natuurlijk ook pas voor het eerst. Ik maakte steeds foto’s van de vorderingen. In het park waren families aan het barbecuen, en af en toe kwamen er mensen kijken en vragen wat ik deed. Ik vind die aandacht erg leuk. Kinderen zijn het leukst. “Wat maakt u?” “Komen die foto’s in een tijdschrift?”. Leuk om met de kinderen te praten “Wat zie je er zelf in?” “Een soort dier” “Nou, ik zie er gewoon een berg rommel in” (big smile). De meeste volwassenen vonden het geloof ik toch een beetje gênant, een volwassen vent aan het spelen met boombast.
Gek dat je soms signalen over het hoofd ziet. Toen ik de eerste dag dat ik in Kalgoorlie was een winkel met aboriginalkunst binnenliep kwam de man van de winkel, een aboriginal, na een tijdje naar me toe. “Ben je kunstenaar?” “Maar een klein beetje, voor mijn plezier.” “Dat kan ik zien, je kijkt anders om je heen. Wat doe je, schilderen?” “Ik maak beelden.” “Klassiek of modern?” “Modern, abstract.” “Ja, modern, klassiek is te moeilijk, niet” ……….. Tsja, inderdaad.
Gerard Reve schreef er het volgende over:
KUNST
De schilder Aldert K., te R.
werkt overdag, voor het bestel, abstract.
Des nachts, in het geheim,
schildert hij figuratief.
Na het maken van de beelden voelde ik me een stuk beter. ’s Avonds ging ik naar de pub, en toen bleek het in enen makkelijk om een gesprek aan te knopen. Ik steek mijn hand uit, zeg, “Hallo, Bart” en zit zo een tijd te praten met leuke mensen. Zo ontmoette ik onder andere Kelly. (Alle vrouwen heten hier geloof ik Kelly, Tracy of Abbie, de mannen heten Reggie, Barry, Terry, Larry, Lenny, Doley of Shortie).
Kelly was een jaar of 34 denk ik, had administratief werk gedaan en was nu een jaar in Kalgoorlie om geld te verdienen. “Je werkt niet in een mijn, denk ik?” Toch wel. Ze reed op een enorme truck die erts vervoert. 12 uur op, 12 uur af. Ze vertelde dat Australische mannen niet te vertrouwen zijn. Ze liegen tegen je, je drinkt te veel, ze maken misbruik van je…. Dat verhaal had ik al vaker gehoord. En ook gezien in de pubs.
Je moet hier als vrouw een man hebben die je beschermt, anders ben je niet veilig. Kelly had een vriendje dat ze een keer per week opbelde datie moest komen. “I call the shots!” Goed geregeld. Binnenkort ging ie weg, dat vond ze niet zo erg geloof ik. Hoe ze dan aan dat vriendje was gekomen, wilde ik weten. Tsja, toen was ze dronken….
Ik moest denken aan Abbie, die ik de eerste avond was tegengekomen, ze was met een paar vrienden en vriendinnen. Ze was een jaar of 23 denk ik. Ze keek me aan, en ik knoopte een praatje aan. Ze was al redelijk aangeschoten. Haar vriendje had haar eerst belazerd en toen alle spullen meegenomen. Na 10 minuten zei ze “Als je liever vannacht bij mijn vriendin wil zijn moet je het eerlijk zeggen, ik kan niet meer tegen het liegen!” “Pardon? Lopen we niet een beetje hard van stapel? Ik dacht dat we gewoon een praatje stonden te maken.” Later zag ik haar met een ietwat foute figuur aan de bar staan……..
Ik zou zeggen dat het als hier volgt gaat (nou ja, waarschijnlijk gaat het overal zo, maar hier tussen de jongeren in de pub en het hostel kan ik het eens goed bestuderen): De mannen komen naar de pub voor sex (en aandacht), de vrouwen willen aandacht (en sex). Alcohol is de sociale drug waarmee de remmingen en verlegenheid worden bestreden. Na eerst een hoop aandacht over en weer komt het tot later sex. Zo heeft iedereen wat ie wil. De volgende dag scheppen de mannen op tegen hun maten, maken de dingen groter en mooier, en de vrouwen klagen tegen hun vriendinnen dat ze misbruikt worden. Of is dat nou een typisch mannenstandpunt?
Ik werd in de pub op mijn schouder getikt door Tracy. We hadden in het park even kort gesproken toen ik bezig was met mijn beeld. Ze vond mijn beelden mooi “Making beauty out of nature”. Nou was ze ook duidelijk al enigszins aangeschoten. Als beschermer had ze haar broertje meegenomen, duidelijk een stuk jonger, 20 misschien? Ze bleek de advertenties te doen voor het blad The Kalgoorlie Miner. Of mijn foto’s gelukt waren. Ik moest een keer langskomen, misschien was het wat voor in het blad. Ik gebruik nog filmrolletjes, dus ik moet het eerst nog laten ontwikkelen, maar over een week kom ik terug om mijn auto op te halen en ben ik hier weer twee dagen. Moet in Adelaide mijn foto’s maar laten ontwikkelen, en als ik terug ben bij The Kalgoorlie Miner langsgaan.
De mannen in het hostel klagen dat er veel te weinig vrouwen zijn in Kalgoorlie. Ik zou zeggen dat het wel meevalt, al heb ik dan alleen gesproken met verschillende dames.
En dan ligt het hostel ook nog aan de straat met de bordelen, dus als het de mannen in het hostel te veel wordt is de oplossing nabij. Een beetje als in Amsterdam, met ramen waar dames achter zitten. De mannen rijden hun 4WD pickup-truck voor de deur, er worden schreeuwend onderhandeld, en dan komt het al dan niet tot zaken. Er zijn gelukkig ook nog zaken waar je gewoon naar binnen moet.
De dames in ondergoed in pubs blijken Skimpies te heten. Er is hier 1 bar met skimpies. Het heeft toch iets sneu’s. 4 Pubs met gewone vrouwen (niet zoveel als er mannen zijn, OK) waar je een praatje mee kan maken, en mannen gaan naar een bar waar de drankjes veel duurder zijn en staan te staren naar halfblote vrouwen die proberen zoveel mogelijk geld uit jouw zak in hun zak te krijgen. Gezellig!
En dan ben ik hier ook nog naar de enige toeristische attractie wezen kijken. De Superpit, een goudmijn. Een kuil van 300 meter diep, 3 kilometer lang en 1,5 kilometer breed, met enorme bergen afvalsteen er om heen. De mijn ligt tegen het stadje Boulder aan. Vanaf het uitkijkpunt zie je nietige wagentjes omhoog rijden, in werkelijkheid gigantische ertstrucks. De Superpit heeft 80 ondergrondse mijnen opgeslokt, waarvan je de gangen hier en daar nog in de wanden ziet. Twee keer per dag wordt 70 ton explosieven tot ontploffing gebracht, de explosietijden staan op een groot bord bij de tourist information, en er rijden busjes om de ontploffingen te zien.