Blog 22 feb. 2005

Vorige blog

Dag schatten!

Gisteren ben ik met de trein teruggereisd van Adelaide naar Kalgoorlie. Een treinreis van 28 uur, voor het grootste deel, zo’n 1000 km, door de Nullarbour woestijn. De naam is afgeleid van het Latijnse “Geen bomen”. Dat is niet helemaal waar, af en toe staat er een boompje in de woestijn, en aan de randen staan zelfs vrij veel bomen.

De woestijn is vrijwel helemaal vlak en de rotsige grond in verschillende kleuren rood is overdekt met droge struikjes van zo’n 20 cm hoog. Verspreid over de woestijn zijn er af en toe plekken met zoet water. Sommige planten hebben geen water nodig, ze leven van de dauw die ’s ochtends op de bladeren ontstaat. In de lente staat de woestijn in bloei. Dat is eigenlijk de beste tijd om te komen. Nu, in de zomer, is het voornamelijk droog en heet.

Over twee dagen kan ik mijn auto ophalen. Toen mijn auto het nog niet had begeven had ik het idee om met mijn auto de Nullarbour over te steken, en daarna verder door de woestijn naar het noorden te reizen, naar Alice Springs en Uluru (Ayers Rock). “Je bent niet goed bij je hoofd!” was de gebruikelijke reactie van Australiërs op dit plan. Nu ik de woestijn vanuit de trein heb gezien en de problemen heb ervaren als je ergens in de outback strandt moet ik toegeven “Ze hadden gelijk.”

Ik heb besloten om vanuit Kalgoorlie naar het noorden te reizen, door de binnenlanden van Western Australia, en daarna langs de kust tot aan Broome.

Daarna zak ik langs de kust weer af naar het zuiden tot in Perth en verkoop ik mijn auto. Over twee maanden moet ik dan alweer naar huis.

Je zou denken dat de Australiërs DE specialisten zijn op het gebied van moderne technologie in combinatie met extreme omstandigheden. Ik was dan ook enigszins verbaasd toen tijdens de treinreis van Adelaide naar Kalgoorlie werd meegedeeld dat het te warm was buiten, namelijk 48 graden. Daar kon de generator niet tegen, dus die werd uitgeschakeld. En daarom moest de airconditioning uit. Als het koeler werd zou de airco dan weer aan gaan. Australische logica….

Ongelofelijk hoeveel dieren er leven in de droogte en hitte van de Nullarbour. Voordat de blanken kwamen leefden hier zelfs Aborigine’s, die de woestijn als hun thuis beschouwden. Ze hoefden de woestijn niet te verlaten om in hun levensbehoeften te voorzien. Nu zijn er hier en daar enorme boerderijen (homestead’s) in de woestijn waar koeien worden gehouden. De arme beesten moeten de gortdroge struikjes eten. Je kan het misschien vergelijken met de Sahel in Afrika, waar ook koeien worden gehouden.

Af en toe stopte de trein bij een homestead om post op te halen of af te geven. Voor deze mensen is de trein de verbinding met de bewoonde wereld.
Koelkasten en andere onmisbare zaken worden per trein aangevoerd, en koeien gaan per trein naar het slachthuis.

De woestijn is voor de Australiërs de beste plek voor alles wat ze buiten de gewone dagelijkse gang van zaken willen houden. En woestijn is hier genoeg.
Zo ligt midden in de Nullarbour, aan de spoorweg, een krijgsgevangenenkamp voor een groep in de eerste wereldoorlog gevangen genomen Italianen. Die kwamen meteen goed van pas, want zo’n spoorweg heeft veel onderhoud nodig. Verder is een groot deel van de woestijn ontoegankelijk omdat het in de jaren 50 is gebruikt als testplaats voor Britse nucleaire raketten. Er leefden toch geen mensen. In die tijd werden Aborigine’s nog niet als mensen beschouwd….

Australië geeft jongeren van 18 tot 30 de mogelijkheid om een jaar lang naar Australië te komen voor een “Working Holiday”. Ze mogen maximaal 3 maanden achtereen bij 1 baas werken, alleen seizoensgebonden werk. Om te zorgen dat er niet teveel komen geldt de regeling maar voor een beperkt aantal landen. Naast Nederland zijn dat bijvoorbeeld een aantal Scandinavische landen, Duitsland, Japan en Canada. Voor veel andere landen zoals bijvoorbeeld Frankrijk, Spanje of de Verenigde Staten bestaat deze regeling niet.
Ik kom vooral veel Duitsers en Japanners tegen. Mijn Duits gaat hier dan ook behoorlijk vooruit. Mijn Japans is helaas nog even beroerd als altijd.

Tijdens de treinreis van Kalgoorlie naar Adelaide raakte ik aan de praat met Mareike, een Duits meisje van 22 op Working Holiday, die al het nodige had meegemaakt. Ze vertelde onder andere het volgende verhaal. Ze wilde graag een keer op een boerderij werken. Geen fruit of paprika’s plukken wat de meeste jongeren doen, maar het echte boerderijwerk. Via een bureau kreeg ze een baan aangeboden in Manjimup, een plaatsje in het zuidwesten van Western Australia. Het was voor 4 weken, kost en inwoning maar zonder financiële vergoeding. Ze moest 70 dollar betalen voor de bemiddeling en twee keer 34 dollar voor de busreis heen en terug. Eenmaal aangekomen bleek ze om 4 uur ’s ochtends op te moeten staan om de koeien te verzorgen. Om 11 uur ’s avonds was ze klaar met haar werk en mocht ze gaan slapen. Na 3 dagen was ze uitgeput.

Ze was 5 kilometer van de bewoonde wereld en haar mobieltje deed het niet, ze was geheel afhankelijk van de boer. Na enige aarzeling legde ze hem haar probleem voor. Gelukkig was hij bereid haar terug te brengen naar de bewoonde wereld. Nu moest hij de boerderij weer in zijn eentje runnen. Zijn vrouw had hem namelijk een paar jaar daarvoor, met medeneming van de kinderen, verlaten…..

Adelaide, waar ik een dag of 5 heb doorgebracht, is een leuke stad. Niet te groot, ruim opgezet en met veel groen. Er zijn veel theaters en bioscopen en toen ik er was liepen er net een filmfestival en een comedy-festival. Ik wil in Australië graag een keer een theatersport-voorstelling zien, maar helaas bevinden bijna alle theatersportverenigingen zich in de steden aan de Europees georiënteerde oostkust, in Brisbane, Sydney en Melbourne.

(Stand-up) comedy is dan iets wat er een beetje bij in de buurt komt. Ik heb drie voorstellingen van een uur bekeken. Elke voorstelling wordt ingeleid door een jonge comedian die de zaal opwarmt, in totaal heb ik daardoor drie korte en drie lange optredens gezien. Ik had nooit eerder comedy gezien, en was nieuwsgierig naar de overeenkomsten en verschillen met een theatersport voorstelling. Wat me vooral trof was dat optredens leuker werden naarmate de comedian meer reageerde op wat er uit de zaal kwam. Sommige comedians hadden duidelijk iets ingestudeerd, die moesten het vooral van hun energie hebben, maar anderen namen gelukkig rustig de tijd om te luisteren en er dan een gekke draai aan te geven.

Een van mijn lezers heeft me verzocht eens wat openhartige beschrijvingen over sex in mijn reisverslagen op te nemen. Ik moet hem helaas teleurstellen. Ik ben natuurlijk ook gewoon gezond en heb last van mijn hormonen. Maar om nou iets te beginnen met een leuke Australische terwijl ik een vriendin heb in Nederland, nou nee. En ingaan op de avances van een jonge dronken Australische in een pub die in mijn oren lispelt: “Youuuuu haaave beauuuuuutiful Eeeeeeyesss” (wel goed gezien natuurlijk van haar), en dan de volgende dag denken: “Wat doe ik hier? Waarom doe ik dit? Hoe leg ik dit uit? Hoe kom ik hier weg?” Liever niet.

Het is denk ik ook niet voor niks dat ik na 3 weken geen sex begonnen ben beelden in parken te maken. Energie die een uitweg zoekt. Is het ook nog ergens goed voor….

“Heeft ie een vriendin? Daar deed ie in Nederland een beetje vaag over.” Ja. Na een paar korte relaties begon ik te merken dat mijn omgeving het niet meer bij kon houden (en ikzelf ook niet). Ik vroeg advies aan mijn beste vriendin. “Bart, je snap het niet. Je HEBT GEEN vriendin! Simpel!” Goed advies. Tot het serieus is natuurlijk.

Bij een serieuze relatie horen serieuze ruzies. Toch is het een vreemde gewaarwording: je eerste serieuze ruzie via SMS voeren. En daarna via sms voor de eerste keer “Ik hou van je” ….

In Adelaide heb ik veel tijd doorgebracht met Chantal. Ik raakte met haar aan de praat in het park toen ik een beeld maakte van grote langwerpige pijnboomvruchten die daar rondslingerden. Ze bleek dichter te zijn. Ze vertelde dat ze 4 volwassen kinderen heeft. 27 Jaar geleden is ze uit Frankrijk naar Adelaide gekomen. Ze vroeg hoe oud ik ben en ze vertelde dat ze uitkijkt naar haar 50e verjaardag, die ze binnenkort viert.


GROWING OLD! (by Chantal)

Oh! No, don’t mention it,
Growing Old! Me! Never!
I embrace the days for life,
Each day is a gift
Full of experiences and lessons,
I welcome all that …
And I also welcome the wrinkles,
I couldn’t be without them
For they are a trace of my living;
Even my changing to silver hair,
I always loved silver
It has a warmth about it.
Unless we love life
With our changing looks and depth,
Life is not worth living.
Growing Old! Me! Never!
Maturing! Yes! All the way …
Don’t let age cripple your mind,
Only your mind can keep your heart young.
Let us rejoice with each year passing by, Reminding us of the blessings
of life.

Let’s blow that candle with a huge smile!
Make sure you use a candle that relights itself!


In het park las Chantal een paar gedichten aan me voor, ze spreekt met een mooi Frans accent. Later nam ze me mee naar het strand voor een wandeling, zijn we naar twee stand-up comedy voorstellingen geweest en hebben we door het bos gelopen. Chantal barst van de energie en de plannen. Ze leest gedichten voor op scholen, en ze is bezig met verschillende boeken waarin haar gedichten, Frans en Engels, een rol spelen.

Het is weer eens wat anders dan Reve.


One day of Life’s Lessons (by Chantal)

This morning I felt just terrible,
As if I had to fight an endless battle,
But feeling sorry for “poor little Me”
Equates indulging in misery.
I need to see the struggle
As a challenge a little,
And get myself out of the shell of despair In order to find the joy
somewhere, Of this I must set myself free And believe for a great
victory.

I decided to run the race
But at my very own pace,
For I am not competing against anyone
That way I am sure the race will be won.
I go to work in order to shine
And graduate for Peace is now mine,
I learned my lessons with gratitude
To grow towards a better attitude.
I am feeling much lighter tonight
I love life as an experience, rich and bright.


Het lijkt wel of een rare vent in het park die beelden maakt van rondslingerende rommel vrouwen aantrekt als een magneet. Toen ik vandaag naar het kantoor van de plaatselijke krant de “Kalgoorlie Miner” ging om mijn afspraak met Tracy na te komen dat ik langs zou komen met de foto’s van mijn beelden om te kijken of het wat zou zijn voor de krant, zat er een foto van mezelf tussen. “Who took that picture?”, vroeg ze fel. “Oh.., just another woman in the park.”, antwoordde ik. Fout antwoord!, blikte ze me toe.
Ik denk niet dat het nog wat wordt met die reportage over die rare Hollander in het park….

Volgende blog